CRC6 | ”Heeft die zon coke gesnoven of zo?” door reusachtig onmens Jens
Geïnspireerd door werk van Mahmoud Darwish & Nayrouz Qarmout
Eind februari was het tijd voor de tweede Close Reading Clubs (CRC), met Marianne Dagenvos. Ze besprak poëzie van Mahmoud Darwish & een kort verhaal van Nayrouz Qarmout. Jens Bouwman was erbij en liet zich inspireren tot nieuw werk.
Eind maart zal de volgende leesclub, onder leiding van Charlotte Van den Broeck, plaatsvinden. Inschrijven voor de volgende leesclub, klik door naar De Nieuwe Oost | Wintertuin. Benieuwd naar de literaire notulen van Thom Wijenberg bij de CRC’s van Wintertuin2020, klik door naar het overzicht.
”Heeft die zon coke gesnoven of zo?” door reusachtig onmens Jens
Aan de lucht staat een typische zon met een gezicht. Hij grijnst als een topman die net een onverdiende bonus heeft binnengeharkt, en geeft het verlaten park louter licht middels zijn fel stralende ogen. Ik lig op de grond, in vuil gras, tussen lege bierblikjes en bananenschillen. Ik zou heus op een bankje willen zitten als het paste, maar dat doet het natuurlijk geenszins. Je bent een twintig meter lang onmens of je bent het niet. Om diezelfde reden durft geen hond bij me in de buurt te komen, figuurlijk, maar ook letterlijk: ik ben voor elk levend wezen angstaanjagend wanstaltig. Vliegen vliegen nog voor me weg. Wees er maar jaloers op. Ik zou mijn penis geven voor één eventjes om mijn oren brommend insect. Mijn lid is evenwel niet iets om jaloers op te wezen. Seks met zo’n vagina verscheurend vehikel is tamelijk inhumaan. Het is nochtans mijn enige vriend, of beter gezegd: schijnvriend. Het beweegt en lijkt een eigen wil te hebben, maar is feitelijk gewoon onderdeel van mij. Daar ben ik me terdege van bewust. Vandaar dat ik het gezelschap van een separaat wezen prefereer. Wie weet kan die vlieg wel verder kijken dan mijn wangestalte, om te ontdekken dat ik goedgezind ben, en bij tijd en wijle zelfs gezellig. Neem bijvoorbeeld de volgende door mijzelf verzonnen grap: Een driejarige zit op de crèche in zijn neusje te peuteren. Eén relatief geconcentreerde snoteenheid krijgt hij niet goed los, dus hij roept een van de juffen. Zij zegt hem niet te kunnen helpen. Dat is vreemd, want ze is een peuterjuf.
Het voordeel van eenzaam zijn is dat je veel tijd hebt om te fantaseren. Fantasie is de moeder van creativiteit, en creativiteit is sfeerbepalend. Ik geloof oprecht dat een vlieg sfeer kan proeven, al kan hij me niet letterlijk verstaan. Vooralsnog is er echter geen vlieg in mijn buurt te bekennen, en probeer ik te genieten van de verachtelijkezonnenstralen, die mijn uit de kluiten gewassen kop bezweten. Leven is tien procent inspiratie en negentig procent transpiratie, zei men me ooit, toen ik nog onvolgroeid, en dus van behapbaar formaat was. Ik sluit mijn ogen en vertel mezelf dat de zon grijnst als een topman die een verdiende bonus heeft binnengeharkt. Ik vertel mezelf dat je bonussen nooit niet kunt verdienen. Eenieder met een teveel aan geld zal dat teveel direct of indirect door laten sijpelen naar minderbedeelden. Zo is het toch? De druppels op mijn hoofd staan gewoon symbool voor de trickle-down-theorie. De zon is een topman en heeft me zijn zweet geschonken. Het bestaat voor tien procent uit welvarendeferomonen. Dat moet genoeg zijn om aantrekkelijk te ruiken. Het is een kwestie van tijd voor een blinde me komt knuffelen. Money makes the world go round. Ik voel volgens mij zelfs al iets! En met ‘iets’ bedoel ik iemands nabije huid. Warme haren schurken tegen mijn zij aan. Uit lichte spanning open ik mijn ogen. De haren blijken vlak langs mij liggend gras. Misschien had ik solidair moeten blijven met de blinden, en mijn ogen niet mogen openen. Is het nu te laat?
Ik ben mezelf voor de gek aan het houden, maar heb geen idee waar ik mijn tijd anders aan moet besteden. De boekentil hier heb ik uitgelezen. Ik zou kunnen zeuren over verveling ter bestrijding ervan, maar kinderen in oorlogssituaties zouden een moord doen voor verveling. Wat is mijn dreiging? Ik ben bedreigend. Ik wil gelukkig zijn. Moet ik mezelf nemen zoals ik ben? Ben ik geboren om te dreigen? Is dat mijn kutlot? Dan is het u of ik. Vecht s.v.p. met me. Dan hoef ik niet met mezelf te vechten. Als ik een geweer op u mag richten, mag u er een op mij richten. Als de zon zo onder gaat, kan de strijd ongezien in het donker plaatsvinden. Het is al negen uur, dus u hoeft niet lang te wachten. Eigenlijk zou het allang donker moeten zijn. Heeft die zon coke gesnoven of zo, dat hij zo lang op blijft?
Dit verhaal is een voorpublicatie van het spoedig te verschijnen debuutalbum van Reusachtig Onmens Jens, getiteld ‘Korte verhalen en reflecties LP’.