Dystopie
Welk idee ligt in de la stof te verzamelen? En waarom?
Zoals in Hollywood een blacklist-survey wordt gehouden van most-liked motion picture screenplays not yet produced, zo zetten wij deze vraag ook uit onder schrijvers: welk idee – waarvan de schrijver zelf weet dat het fantastisch is – ligt desondanks nog in de la stof te verzamelen? En waarom? De reflectie die uit deze opdracht voortkomt, kan gaan over onkunde en onzekerheid, maar ook over ambitie en fascinatie, wilde dromen. Over wat er van je wordt verwacht ten opzichte van wat je zelf wil. Klik door voor de rest van onze Literaire Blacklist.
Dystopie
Ik ben ongeveer veertig jaar schrijver, en in die periode heb ik heel wat genres beoefend: fictie, non fictie, poëzie, essayistiek, toneel, polemiek, columnistiek, tv-scenario’s, verhandelingen, en beschouwingen. Ik heb dikke boeken geschreven, dunne boekjes, lange verhalen, korte verhalen, kwatrijnen, sonnetten, haiku’s, dialogen, rijmpjes, en veel onzinnigheid, absurdisme, en nagenoeg onbegrijpelijke teksten. Maar waar ik nooit in geslaagd ben, is in het schrijven van een dystopische roman. Nochtans heeft het plan om dat te doen jaren en jaren in m’n ideeëndoos gelegen, en ik heb sinds lang een titel in m’n hoofd, De laatste overlevenden van een toekomstige ramp. Het boek zou beginnen in de actualiteit van het jaar 2099, waarin volgens de Etrusken de wereld zou vergaan. Nu zou de wereld volgens de Etrusken ook al vergaan of vergaan zijn in de jaren 834, 1307, 1946, 2031 en 2032, dus erg betrouwbaar zijn die Etrusken tot nu toe niet geweest, maar je weet toch nooit of ze met dat 2099 niet gelijk zullen krijgen. Hoe dan ook had ik al een eerste zin op papier staan: ‘De laatste overlevenden van een toekomstige ramp zijn wij, tenzij we voor of tijdens de ramp doodgaan.’ Ik heb deze zin verschillende keren – wel tweehonderd keer – nader bestudeerd, en telkens dacht ik: er klopt iets niet. Als je sterft voor of tijdens de toekomstige ramp, dan zul je geen laatste overlevende worden, maar wat als je kort na de ramp sterft? Dan was je weliswaar een overlevende van die ramp, maar daarom behoorde je nog niet tot de laatste overlevenden. Wanneer behoorde je daar dan wel toe? Als je na de ramp heel oud wordt, zo oud dat er maar een paar zoals jij zijn, en jullie zijn bijgevolg die laatste overlevenden. Nou ja, ik brak me over die eerste zin niet verder het hoofd, maar wel over de volgende vraag: welke ramp zou ons in de toekomst kunnen treffen? Een wereldoorlog? Een mondiale overstroming of totale droogte? Een kernontploffing? Een dodende bacterie of virus? Een opstand van de zeer ver doorgeëvolueerde robots die we zelf geschapen hebben? Een straf van God? Of moest het een ramp zijn zoals we die tevoren nooit gekend hebben, bijvoorbeeld een moordende actie van konijnen? Met andere woorden, de mens heeft, in 2076, een middel uitgevonden dat de gevreesde konijenziekte myxomatose kan uitschakelen; de konijnen worden allemaal ingespoten met een vaccin, dat echter als bijwerking heeft dat konijnen zeer agressieve doodseskaders worden die alle andere dieren met rust laten, maar die de mensen de strot overbijten, en hun aantal is zo groot dat er de eerste drieëntwintig jaar geen kruit tegen gewassen is, tot het hoofdpersonage van de roman, professor Huub van der Pakweijde, een geweer uitvindt dat kogels afschiet die alleen voor konijnen fataal zijn, en in 2099 is de konijnenramp derhalve voorbij, en de mensen die niet door deze beesten gedood zijn, leven opgelucht verder, maar zullen uiteraard in de loop der tijden aan andere dingen doodgaan, tot er nog maar een handvol overlevenden van de konijnenramp over zijn, ongeveer in 2220, en die kunnen met recht en rede de laatste overlevenden van een toekomstige ramp genoemd worden, want vanzelfsprekend ligt de periode 2099-2220 voor een schrijver die z’n boek schrijft in de jaren tien of twintig van de eenentwintigste eeuw in de toekomst. Ik heb al ontelbare uren besteed aan het scharrelen met deze tot nu toe steeds mislukkende dystopische roman, en zo bijvoorbeeld heb ik ook al de namen vastgelegd van de vrouw van professor Van der Pakweijde (Toos) en z’n kinderen (Luuk en Sjaantje). Ook een opmerkelijk detail lag al vast: Luuk is dol op konijnen, en kweekt ze op het zoldertje van het huis van het gezin Van der Putweijde, wat hem later zal tegenvallen, omdat hij immers een van de eerste slachtoffers is van de konijnenramp, in die zin dat z’n favoriete konijn, Edgar, hem in 2076 de strot overbijt. Nog iets anders lag algauw vast: het hele verhaal zou beginnen in het pittoreske stadje Spijkenisse, en zou ook eindigen in Spijkenisse, als de allerlaatste overlevende van de toekomstige ramp, de 143-jarige Wimpie Dorsvleugel, in 2220 de strot wordt overgebeten door z’n hamster Theo, zodat men vreest voor een aan de konijnenramp gelieerde nieuwe ramp, de zogenaamde hamsterramp. Maar neen, Theo blijkt de enige agressieve hamster in Spijkenisse en ver daarbuiten, en het leven gaat verder z’n gangetje, met als orgelpunt dat een achterkleinkind van Sjaantje van der Putweijde, Annemarie, in 2220 Miss World wordt. Het is duidelijk dat er potentieel zit in m’n dystopische roman De laatste overlevenden van een toekomstige ramp, en toch slaag ik er maar niet in om ‘m af te werken op een manier die niet vol haken en ogen aan elkaar hangt. Misschien moet ik me, zoals naar gewoonte, bij het verleden en het heden houden en de toekomst laten voor wat ze is.