Oud geld
De top drie van de jaarlijkse Nijmeegse prijs voor ongepubliceerde schrijvers
Wegens de maatregelen rondom Covid-19 kon de prijsuitreiking van de Nijmeegse Literatuurprijs 2021 niet doorgaan zoals gebruikelijk. Op Notulen van het Onzichtbare laten we de top drie graag aan je zien. Tussen 10 en 16 december 2021 kon je op je favoriete tekst stemmen en op vrijdag 17 december 2021 is de de winnaar van de jury- en publieksprijs bekend gemaakt in de Gelderlander. Dit is Oud geld van Tamar Slooves, die met dit verhaal de tweede plaats veroverde.
Het was klaar. Ontelbare vellen papier had ik in mijn handen gehad. Mijn wijsvinger en duim voelden gerimpeld en droog van het telkens opnieuw bevochtigen. Op het repetitieve geluid van de printer hadden we deze dagen aaneengesloten doorgewerkt. Duizenden vellen papier werden op kleur gecodeerd en samengebracht in tientallen ordners. Een oude man voelde ik mij, maar voldaan. We hadden het onmogelijke mogelijk gemaakt, het ondenkbare uitgedacht en het illegale gelegaliseerd.
De versleten zwartleren bank zat nooit lekkerder dan nu. Ik sloot mijn ogen en in het zwart donderden cijfers, grafieken en tabellen als een razende matrix naar beneden.
“Nu mag je je vader ook wat lekkers inschenken,” zei pa. Ik dronk het laatste bodempje van mijn whiskyglas leeg, schoof het deurtje van het houten drankkabinet open en schonk een klein glas met voetje bijna tot de rand in met jenever. Ik bood het aan, terwijl pa ernaar reikte met zijn trillende hand.
De inspanningen van afgelopen dagen bleek zijn tol te eisen. Maar als pa er al mee zat, liet hij het niet blijken. Ouderdom was pas een zwakte, zodra je toelaat dat het je nuchtere geest aanvreet, zei hij altijd. Pa stond bekend om zijn principes, waarvan efficiëntie als hoogste principe zegevierde boven alle andere. Zorgen over hypothetische situaties die men in geen enkel geval kon voorzien, zoals de dood, waren niet aan hem besteed. Zijn steeds heviger wordende tremor was niets meer dan een logisch symptoom, waarbij elektrische signalen overgaan van de ene op de andere zenuw. Een verklaarbare uiting van een mens die zijn lichaam al tientallen jaren als instrument hanteert. Dingen slijten. Zo ook mensen. De dood zou net zo’n logisch gevolg zijn.
“Ik dacht dat er geen einde aan zou komen.” Ik lachte ingetogen.
Vader nipte van zijn glas en sloot zijn ogen toen hij de drank doorslikte. “Dat komt, zoon, omdat je niet verder kijkt dan je neus lang is. Naïef, dat was je vroeger al.”
Naïef. Wat had ik een hekel aan dat woord. Vanaf de bank keek ik uit over de donkere hal. Aan het einde flikkerde een wandlamp, die het antieke dressoir met de stapel rood gecodeerde ordners onregelmatig verlichtte. Het laatste spoor van ons werk.
In drie dagen ontstonden er tientallen eilanden in mijn 415 m2 ruime loft. De zitruimte ontpopte zich tot eiland Clean Technology Association, de eetkamer werd eiland Omega Trust en de achterkamer Fusion Enterprise, mijn favoriet. Fusion was het eerste bedrijf dat ik
oprichtte, jaren geleden. Al bestond het bedrijf toentertijd slechts bij gratie van een handjevol facturen gericht aan de crediteurenadministratie van Gemeente Amsterdam en bij een luttele inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Elke gek kan zich immers inschrijven bij de Kamer van Koophandel.
De hal hadden we efficiënt verdeeld in secties, waar elk bedrijveneiland keurig was omlijnd met schilderstape. In het midden van de hal reserveerden we een looproute, zodat elk eiland gemakkelijk toegankelijk was. Met bureau-, nacht- en tafellampen zorgden we voor voldoende verlichting. Zo zouden onbenullige zaken, zoals dag en nacht, ons niet hinderen om ons werk te voltooien.
“Naïviteit draait je ooit nog eens de nek om. Een man kan zich niet permitteren om blind te zijn voor de consequenties,” zei pa.
Instemmend zuchtte ik en gunde mezelf nog een glas whisky. Ik dronk het in één teug leeg.
“En, Elena, weet zij ook van je administratieve bezigheden?” vervolgde hij.
“Vorige week heb ik haar bijgepraat, toen mijn schorsing publiekelijk bekend werd gemaakt. Ik heb haar ervan verzekerd dat onze financiële situatie niet in het geding is. Ze begreep niet alle nuances, maar dat geeft niet. Ze beheerst het Nederlands nog niet helemaal,” vertelde ik.
“Hm, immigranten. Die weten wel hoe ze kunnen krijgen wat ze willen.” Hij verhief zijn stem, zoals hij vroeger deed als we alleen waren. Hoewel ik iets uit het verleden voelde zweren, grinnikte ik. Ik miste deze momenten met hem. Net zoals de nachten dat ik vaders werkkamer in sloop, omdat ik niet kon slapen. Ik moest een jaar of elf geweest zijn. Dan trof ik hem aan in een hoek van de donkere kamer, waar hij in zijn fauteuil zat. In zijn hand had hij altijd een glas met voetje. Meestal moest ik direct de deur weer sluiten en als de sodemieter terugkeren naar mijn kamer. In enkele gevallen nodigde hij me uit om plaats te nemen in de bruinleren stoel naast hem. Dan kreeg ik een bodempje jenever, die hij mij met een goedkeurend knikje aangaf. Ik proef het zuur nog van de kokhalsneigingen, de hoestbuien die erop volgden en de brandende vloeistof die in mijn keel bleef hangen.
Vaak vertelde hij een moeilijk verhaal over mensen die ik niet kende en gebruikte hij woorden die ik niet begreep, zoals dividend of derivaat. Soms stamelde hij zachtjes en moest ik mijn oren spitsen om hem te verstaan. Andere keren schreeuwde hij met wilde gebaren, waar ik dan van schrok. ‘Die tyfuslijer van een Roderick! Hij kan zijn aandeelportefeuille aan zijn hoeren verkopen!’ – zoiets zei hij dan. Vaak klotste de jenever dan uit het glas met voetje. Het was in die kamer, waar ik een kant van vader zag die hij nooit liet zien aan de keukentafel. Deze
momenten waren van ons. Zodra ik weer weggestuurd werd, greep ik naar de Van Dale en mijn zaklamp onder mijn bed en zocht ik alle woorden op die ik niet kende, zoals aandeelportefeuille, recessie, investering en tyfuslijer.
“Juist, ja. Genoeg gelachen. Hendrik, het is tijd om op te stappen. Mijn taak hier is volbracht,” zei hij. Ik begeleidde hem door de looproute in de hal. Bij de voordeur stopte hij. Met zijn tremor-hand greep hij mijn nek, terwijl hij zijn andere op mijn schouder liet rusten. Daarna vertrok hij, zonder nog een woord zeggen.
Zijn onverwachte nabijheid bracht me een onbehaaglijk gevoel dat me tegelijkertijd beviel. Ik zette de knop om van de gashaard en liet de rood gecodeerde ordners één voor één branden. We waren klaar.
Lees hier de rest van de top drie.