Kraai strijkt neer
Helaas ook dit jaar nog geen Gedichtennacht op locatie, maar wel zes dagen lang iedere dag poëzie!
Op vrijdag 28 januari zou Wintertuin voor de Nijmeegse Gedichtennacht samen met Op Ruwe Planken als heuse paradijsvogels neerstrijken in centrum voor natuur en cultuurhistorie De Bastei te Nijmegen. Helaas hebben we moeten besluiten niet aan land te gaan. Maar, niet getreurd, ook dit jaar bieden we de schrijvers online een podium. Van 27 januari t/m 1 februari, de eerste zes dagen van Poëzieweek 2022, verschijnen de teksten van de dichters die eigenlijk in De Bastei zouden voordragen: Tessa van Rooijen, Mattijs Deraedt, Maaike Rijntjes, Daan Doesborgh, Yentl van Stokkum en Maartje Smits. 🌕
Kraai strijkt neer
Vertaling van ‘Crow Alights’ uit: Ted Hughes (1970) Crow.
—
Kraai zag de kudde bergen, stomend in de ochtend.
En hij zag de zee
Donkergerugd, met heel de aarde in zijn lussen.
Hij zag de sterren, het zwart in dampend, zwammen
van het nietswoud, hun sporen maskerend, het virus van
God.
En hij rilde bij de gruwel van de Schepping.
In de hallucinatie van de gruwel
Zag hij die schoen, zonder zool, verregend,
Die op een heide lag.
En er was die vuilnisbak, bodem weggeroest,
Een speelplaats voor de wind, in een woestenij van poelen.
Er was die jas, in de donkere kast, in de stille kamer, in het stille huis.
Er was dat gezicht, dat een sigaret rookte tussen het schemerend
raam en de sintels van het vuur.
Bij het gezicht, die hand, bewegingloos.
Bij de hand, die beker.
Kraai knipperde. Hij knipperde. Niets vervaagde.
Hij staarde naar het bewijs.
Niets ontsnapte hem. (Niets kon ontsnappen.)