Alida
Verhalen van ouderen
Alida
Al was het maar een klein meisje dat net door de baker tevoorschijn was gehaald, er stonden een paar klinkende namen voor haar klaar: Alida Antonia. Het waren de namen van de moeder, van moeders moeder en van vele moeders in een lange rij daarvoor. De aanstaande ouders hadden niets hoeven bedenken, de traditie bepaalde dat de nieuw geborene Alida zou heten. Die naam werd in het dagelijks gebruik al generaties lang ingedikt tot Da of Daatje. Maar voor dit poppetje, dat nog geen vijf pond woog, moest een nieuw verkleinwoord bedacht worden, iets wat leuker en liever klonk. De moeder, die zich niet realiseerde dat haar dochter een heel leven door moest met die naam, stelde voor om haar Dateke te noemen. En zo werd besloten dat het een Dateke was die hier in de wieg lag.
Het meisje is als ze opgroeit tevreden met haar naam, omdat zij de enige in het dorp is die zo heet. Van de Corries en de Marietjes in de omgeving kan ze er meerdere opnoemen: Corrie van der Velde, Corrie de Groot en Corrie van Dijk bijvoorbeeld. Corrie is een gewone, veel voorkomende naam. En Marietjes zijn er nog meer. Maar de naam Dateke is anders, die is speciaal. Het bijzondere van de naam straalt af op haar persoontje, voelt ze. Als iemand het dan ook waagt om haar Da te noemen, wordt ze ter plekke doof, draait haar koppie om en loopt door. Die naam is te ouderwets en te saai om er ook maar een ogenblik naar te luisteren. De naam Dateke ervaart ze als een cadeautje dat ze bij haar geboorte gekregen heeft. Maar heel eerlijk gezegd voelt de naam soms als een last. Wanneer ze voor de zoveelste keer aan nieuwe mensen moet uitleggen wat Dateke voor een eigenaardige naam is en hoe ze daar aan komt, denkt ze stiekem: heette ik maar Corrie of Marie, dat zou heel wat makkelijker zijn.
Dateke is net achttien en heeft sinds kort haar rijbewijs. Ze zit op een frisse lenteochtend achter een beker koffie thuis op de boerderij, als Opa roept: ‘Breng ons even naar de wei, waar de vette pinken lopen.’ Opa en de oude veekoopman stappen sigaren rokend achterin de auto en zeggen haar dat ze hier linksaf moet en daar de bocht naar rechts moet nemen om bij het weiland te komen. Onderweg zien ze de paarden van boer Van Dijk achterin het land. De boomgaard van Klaassen staat in bloei met roze en witte bloesems. De wei van De Groot ziet er goed uit, het gras is fris en groen.
‘Hier links dat veldweggetje in,’ wijst Opa ‘en dan de dam op.’ Ze zet de wagen neer en opent het hek. ‘Rij maar door tot vlak voor de pinken,’ zegt de koopman, die wegens te veel kilo’s niet zo goed ter been is. Zij aarzelt, kan ze met de Opel die hobbelige wei in, waar zelfs kleine greppels door getrokken zijn?
‘Geef gas, Da.’ Ze zoekt, ze manoeuvreert, zwenkt uit. De motor ronkt, stank en rook stijgen op, maar het lukt. Vlak voor de koeien trapt ze op de rem. De mannen komen wat stijf en moeizaam naar buiten om het vee te bekijken. Ze voelen en keuren, noemen bedragen. Er wordt gediscussieerd, op handen geslagen en tenslotte geluk gegeven. De koop is bezegeld. Ze stappen weer in. Als ze terug rijden over de verharde weg prijst de koopman haar.
‘Goed gereden, Da.’ Voor het eerst vindt ze het een eer om Da genoemd te worden, het klinkt volwassen en stoer. Ze is een vrouw die op harde en op slappe grond vooruit weet te komen, een onverschrokken chauffeur. Ze kan rijden over glad asfalt en door modderige klei. Dat is wat de naam Da uitdrukt, het is een naam die haar vandaag als een eretitel in de schoot is geworpen. Dat er een dik kussen onder haar achterwerk op de bestuurdersstoel ligt, omdat ze anders niet over het dashboard heen kan kijken, doet nu even niet ter zake.
—
Het Verhalenhuis & het Groot Letterfestival
In Het Verhalenhuis begeleiden professionele jonge schrijvers ouderen bij het oproepen en optekenen van hun eigen verhalen. In zestien bijeenkomsten zetten ouderen zelf hun herinneringen op papier. In aanloop naar het Groot Letterfestival organiseerden we een Verhalenhuiseditie bij Humanitas Bergweg in Rotterdam. Dateke Udo deed mee aan een editie in Eindhoven, bij Vitalis Wilgenhof, ze draagt op het Groot Letterfestival uit eigen werk. Lees nog meer van Het Verhalenhuis en klik door. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het Oranje Fonds, Sluyterman van Loo en RCOAK.
Op zondag 12 mei vierde Rotterdam-Noord feest. Die dag kwamen schrijvers, muzikanten, verhalenvertellers, vrijwilligers en wijkbewoners samen op het Groot Letterfestival. Voor één dag veranderden het Jan van der Ploeghuis en het Klooster Oude Noorden in festivallocaties met verhalen, muziek, workshops, kleurrijke kinderprogramma’s en lekker eten.
(Collage door Jolijn Ceelen.)