Soms ik voel mij zombie & Frida en Ellis
Fragmenten uit twee van de zes genomineerde eindwerken voor de Afstudeerprijs
Op 1 oktober wordt in Theater a/d Rijn te Arnhem de Afstudeerprijs uitgereikt aan de student met het beste literaire afstudeerproject. Hier lees je de komende weken fragmenten uit de zes genomineerde eindwerken. Lees nu de fragmenten van Pelumi Adejumo en Eline van Wieren, afgestudeerd aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten.
Soms ik voel mij zombie | Pelumi Adejumo
Ingesproken door Anton de Bies
Hou je mond dicht. Mond dood. Niet mond en die dood. Mond die gaat terug naar Duitsland mundtot: jemanden mundtot machen ist mond dicht, sluiten. Mund ist munt, veilig. Vermund, ist voogd. Mont ist, macht.
Bevoegd, zonder bevoegd, niet beslissing. Voogd moet beslissing. Jemanden mundtot machen.
Poging V
Ik zag haar op feestje.
In die keuken.
Mijn vrienden weet: niet komen binnen.
Kans, kans. Begrijp jij?
Dit meisje, heel mooi.
Netjes, pastor kind. Zij eet fufu met mes en vork.
Haar stem zacht als baby bil. Zwitsal.
Zij ruikt die palmolie, zij kots.
Zij weet niet hoe zij moet schrijf die land van haar origine
in taal van origine.
Maar ik maak geen grapje met haar.
Maar als jij in haar oog kijkt, jij ziet bang.
Voor wat?
Wat ik eruit zie?
Zie ik uit lijk zombie?
Zie ik uit lijk dief?
Zie ik uit lijk jongen die door die straat loopt?
Wat is die bang in die oog?
Het maakt ik haar wil slaan.
Is het mijn papier?
Mens doet zij hebt bloed uit neus wanneer mij zien.
Ik probeer. Ik probeer haar zeg:
Meisjes geef geen kans.
Jij in Holland vijf twee jaar… zij doen shakara!
Voor wat? Voor die papier!
Ik probeer haar zeggen.
Mijn vrienden kijk in keuken, weet: niet komen binnen.
Zij laat ons alleen. Kans, kans.
Alleen praten ik probeer.
Maak kleiner die kamer.
Alleen wij twee.
Maar die meisje niet begrijpen.
Klein meisje, 21.
Zij geef mij groot mond.
Zij zegt mij: jij praat hard, zij niet verstaan.
Ah!
Ik haar slaan!
Ik haar niet slaan.
Voor jij gaat denken dingetje.
Ik haar slaan is ik haar bijna slaan.
Ik voel ik haar slaan, ik haar niet slaan.
Ik haar slaan! Zij groot probleem.
Ik haar slaan! Ik maak haar duidelijk? Nee.
Ik voel ik haar slaan, ik maak haar niet duidelijk.
Ik voel, ik voel. Erg hè? Zielig?
Ik voel, ik voel, ik haar laat gaan.
Ik laat gaan.
Naar haar zus zij rent toe!
Snel mond.
Alle meisjes in die kamer.
Zij komen niet met mij praten.
Is die papier.
Is mijn kleer?
Zij ruik die Naira van mijn mond?
Zij weet niet hoe zij moet schrijf die land van haar origine
in taal van origine.
Alsjeblieft zeg. Laat mij niet praten.
Poging VI
Mijn favoriet seizoen om in depressie zijn is in spring.
Alle die moois is persoonlijk aanval.
Die klaproos langs die weg, die vogel in die ochtend, die vlinder naast mij neus, ik open dicht mijn oog, ik ben die karkas die ademt.
Frida en Ellis | Eline van Wieren
Volgens Anjali heb ik dit leven gekozen voor ik eraan begon. De plek, de ouders, de dingen die me overkomen: het is niet willekeurig, het is precies waar ik als foetus in een esoterische energiezone voor heb getekend. Een leuk idee, maar hoe meer ik erover nadenk, hoe woedender ik word. Hoezo, uit alle mogelijke versies van een leven, is dit het leven dat ik heb gekozen? Waarom zou ik kiezen voor dit lichaam, voor deze bleekroze huid die bij het kleinste beetje zon pijn doet en in de winter zelfs bij tweemaal daags insmeren met de dikste crème velletjes tussen mijn wenkbrauwen blijft produceren?
Waarom een lichaam dat uit zijn voegen barst en nooit verzadigd is? Waarom een hoofd dat nooit helder is en door de mist zelden een complete gedachte kan formuleren? Ogen toegeknepen en nog steeds wordt niets scherp. Een hoofd dat zwaar is, dat mijn schouderspieren doet verkrampen en mijn nekwervels laat samentrekken.
Om nog maar te zwijgen over Ellis. Wie kiest er nou voor een leven dat zich voor het grootste gedeelte afspeelt in bed, omdat alles wat zich daarbuiten afspeelt te verlammend is? Wie wil er nou een meisje zijn dat zich niet kan losmaken van haar geboorteplek, de navelstreng al eenentwintig jaar stevig om haar nek gebonden?
Dan mijn ouders. Waarom zou je kiezen voor een leven lang alles wat niet in het perfecte plaatje past linea recta onder het woonkamertapijt vegen? Een tapijt dat steeds verder opbolt. In het begin struikel je erover, maar op een gegeven moment wordt de berg zo hoog dat je niemand meer kunt zien. Je kunt er niet eens meer omheen lopen. Je maakt geen keuzes, je accepteert simpelweg wat je over de berg toegeworpen wordt.
Ik wil voor hen staan, voor Ellis, mijn ouders en Anjali, en heel hard gillen.
Ik zet mijn telefoon uit en fiets naar de supermarkt. Vroeger kocht ik nog wel eens rijstwafels, humus en paprika om de kassière de indruk te geven dat ik een gebalanceerd leven leid, maar dat stadium zijn we nu voorbij. Ik koop donuts, twee soorten chips, stroopwafels, yoghurtsnoepjes, chocoladerepen en Oreo’s, een zak melkbroodjes en een grote bak ijs met stukjes koekdeeg. Ik reken af en kijk de kassière niet aan. De boodschappen prop ik in mijn tas.
Thuis ren ik de gang door naar mijn kamer en kom gelukkig geen huisgenoten tegen. Ik sluit mijn deur. Mijn jas en sjaal laat ik op de grond vallen waar ik ze uittrek.
Op de bank zet ik mijn rugtas naast me, onder mijn arm als een knuffel. Ik open Netflix. Het gelach van het Friends-publiek versterkt de mist tussen mijn oren. De kunst is om zoet met hartig af te wisselen. Zo kun je meer eten. Zes stroopwafels. Twee handen chips. Vier melkbroodjes. Meer chips. De Oreo’s. Mijn lichaam vult zich en eindelijk kunnen mijn schouders ontspannen. Yoghurtsnoepjes. De tweede zak chips. IJs. Stroopwafels met ijs. Ik maak mijn broek los. Meer melkbroodjes. Rachel gaat stiekem hardlopen zonder Phoebe, omdat Phoebe er heel raar uitziet als ze rent. Rachel schrikt op als Phoebe opeens tevoorschijn komt vanachter een boom. Chips. Chocola. Donut. ‘Please, Rachel, I am not an idiot’, bijt Phoebe haar toe voor ze met zwabberende benen wegrent. Nog een stroopwafel. Mijn buik is knetterhard en mijn vingers trillen van de suiker die door mijn aderen raast. Eindelijk klopt het. Ik leg mijn handen op mijn buik en laat me op mijn zij zakken. Met al dit eten is er geen ruimte meer voor gedachtes. Ik kan alleen maar voelen hoe mijn hart sneller is gaan kloppen om mijn maag te ondersteunen bij het samentrekken. Mijn verkrampte darmen komen in beweging. Het is heerlijk. Ik ben alleen nog maar een lichaam nu. Een lichaam dat werkt om voedsel tot vet en ontlasting te maken. Ik word zo stil dat ik niet eens meer knipper met mijn ogen. Ze verdrogen terwijl ik de bewegingen op het scherm van mijn laptop volg.
—
Voor de zevende keer op rij reikt De Nieuwe Oost | Wintertuin de Afstudeerprijs uit aan de student met het beste afstudeerproject. Dit kan proza zijn of poëzie, maar bijvoorbeeld ook een theatertekst of scenario, non-fictie of juist een experimentele tussenvorm. De studenten die meedingen komen van de schrijfopleidingen Beeld en Taal (Rietveld), Schrijven (RITCS), Writing for Performance (HKU), Woordkunst (KCA) en Creative Writing (ArtEZ).