Ik sta hier in de eeuwigheid
Ik sta hier in de eeuwigheid te wachten achter een man
in oranje hesje met autoritaire zilveren driehoek, een beetje
gevouwen op zijn rug en ik besluit dat ik me voel
als een negenjarige die net een prik heeft gehad en nu het recht
heeft om de rest van de dag versuft voor zich uit te staren en een nieuwe Diddl
knuffel.
Mensen met een neplach op hun profiel hebben twee keer zoveel kans
op een scheiding. Ik kan hier gewoon blijven staan
met één voet op de trapper, eentje
in een mentale melkweg, eindeloos afslagen nemend. Niemand
zou het me kunnen aanrekenen dat ik even niet
functioneer als het stoplicht dat ook
niet doet, daarvoor twaalf mannetjes nodig heeft
die ons alsmaar tegenhouden. Om mij
heen verzamelen zich fietsen en hun berijders.
Ik zou graag voor altijd samen naar kiezels
staren op het asfalt, tussen twee seizoenen in
een euro die door een ventilatieroostertje van een dashboard
valt is ook nog steeds een euro, het stoplicht verschiet
inwendig nog van kleur, zie je
alleen wij fietsers zien zwart. Kiezels
laten zich moeilijk kennen. Er valt geen
oogcontact te behalen uit hesjes die gewoon hun werk doen
op een onverwacht zonnige middag.