Vlek
Literaire notulen bij 'Lezen met de Sterren' met Aafke Romeijn
Woensdagmiddag 27 november gingen Nijmeegse scholieren met Aafke Romeijn in gesprek over haar boek, Concept M, dat ze allemaal gelezen hadden. Deze editie van Lezen met de Sterren, onderdeel van het Wintertuinfestival, werd in goede banen geleid door Koen Frijns. Lotte Bijl maakte literaire notulen met de leesclub als vertrekpunt.
Vlek
Mama duwt mijn billen uit elkaar. Ik schrik. Haar handen zijn koud.
‘Niets te zien,’ zegt ze. Ik ga rechtop staan. Samen kijken we mijn armen nog een keer na. Er zijn geen nieuwe bijgekomen. Mijn huid is rustig, op de littekens na. Mama kan het niet laten om even in mijn navel te prikken.
‘Au.’
‘Nou zeg.’ Mama gaat op de grond zitten. Ik ga achter haar staan en inspecteer haar rug en achterhoofd. Haar haar is een centimeter gegroeid sinds we het schoren. Het is van nature licht, ik kan haar hoofdhuid er nog doorheen zien. Het kietelt als ik erover strijk.
‘Oh, dat mag wel?’ zegt mama.
‘Voel je dat?’
‘Tuurlijk voel ik dat. Niks?’ Ze krabbelt al overeind voor ik antwoord heb gegeven.
‘Niks,’ zeg ik alsnog. Ze prikt nog een keer in mijn navel.
‘Mooi. Dan ga ik even douchen.’
Ik trek een kamerjas aan en verlaat de badkamer. In de woonkamer staat de televisie aan. Ik was vroeg wakker geworden om tekenfilms te kijken, die worden alleen ’s ochtends uitgezonden. Nu zijn de volwassen programma’s aan de beurt, het nieuws en zo. In de hoek van het scherm zit een klokje. Ik heb nog een half uur voor ik op school moet zijn.
In de kledingkast hangen vier uniformen, één is van mij. Mijn broers waren allemaal groter dan ik en volgens de dokter zal ik niet veel meer groeien. Dus dan hangen ze maar hier.
Terwijl ik me aankleed klinkt er gebrom uit de televisie. Dankzij hun grote tanden is het soms moeilijk om Grobs te verstaan, maar ze spreken dezelfde taal. De inhoud van het Grobjournaal is veelal hetzelfde als het onze, maar de omroep durft het nog niet aan om Grobs en mensen in één studio te stoppen. Terwijl we wel met hetzelfde openbaar vervoer reizen, bij dezelfde winkels boodschappen halen en in dezelfde buurten wonen. Misschien ben je belangrijker als je het nieuws voorleest.
Mama komt neuriënd de badkamer uit. Ze heeft make-up opgedaan. Niet alleen op haar gezicht, ook haar armen en benen zijn gepoederd. Alle kleine littekens lijken verdwenen. Het is een speciale dag vandaag.
Mama geeft me een kus op mijn voorhoofd.
‘Ieuw,’ zeg ik. Ze glimlacht.
‘Als jij zo oud wordt als ik, mag je net zo blij zijn.’ Ze strijkt de mouwen van mijn schooluniform glad en pakt mijn kin even vast. ‘Jij wordt net zo oud als ik.’
Omdat vandaag een speciale dag is, bakt mama eieren voor ontbijt. Het is een soort van verjaardag, als je verjaardag een voorspelling van de dokter zou zijn. Vanaf vandaag hoeven we mama’s hoofd niet meer te scheren, hoeven we mama’s lichaam nooit meer te inspecteren, want ze krijgt geen vlekken meer.
‘Oh, je moet opschieten,’ zegt ze, als we de tweede portie bijna op hebben. Ik prop het laatste stuk ei in mijn mond en ga van tafel. Mama volgt me naar de gang.
‘Ik kan echt wel zelf naar school, hoor,’ zeg ik, maar ze schudt haar hoofd.
‘Ik kan nu eindelijk normaal over straat, dus dat ga ik doen ook.’ Ze trekt een jas van papa aan.
We wonen op een verdieping met alleen mensen, maar in de lift komen we een Grob tegen. Een mannetje, aan zijn tanden te zien. Twee meter groot en harig. Hij knikt naar ons. Mama zorgt ervoor dat ze tussen mij en de Grob in staat.
De Grob moet er op de derde verdieping uit. Als de deuren achter hem sluiten, haalt mama diep adem, alsof ze al die tijd onder water zat.
‘Rotbeest,’ zegt ze. Dat mag je normaal echt niet zeggen.
In mijn klas zitten geen Grobs, maar we leren dat het ook voor hen moeilijk is. Zolang wij zorgen dat we geen moedervlekken hebben, kunnen zij zich beheersen. Dat is nou eenmaal hoe het werkt.
Op straat lopen meer Grobs dan mensen. Mama neemt mijn hand in de hare. Dat wil ik eigenlijk niet, maar ik weet dat zij dat fijn vindt.
We passeren een Grob die zichzelf in een pak heeft geperst, zo’n pak dat zakenmensen dragen. Bij de schouders en ellebogen zitten scheuren waar pluizig vachthaar uit piekt. De knopen kunnen het elk moment begeven.
Mama moet ervan giechelen.
‘Niet zo gemeen doen,’ hoor ik mezelf zeggen. Ze stopt abrupt met lopen, maar wacht met praten tot de Grob in pak buiten gehoorafstand is. Mijn hand laat ze los.
‘Je vindt mij gemeen?’ vraagt ze. ‘Zij zijn degene met de grote tanden.’
Ik durf haar niet aan te kijken. ‘Maar ze doen hun best.’
Ze haalt diep adem door haar neus. Het lijkt alsof ze haar stem gaat verheffen, maar als ze haar mond weer open doet fluistert ze. Nee, ze gromt. ‘Deden ze ook hun best voor Roy en Tobi en Jos?’
Ik schud mijn hoofd. Dat deden ze niet.
Achter me klinkt gestamp. Aan het eind van de straat komen een Grobmoeder en haar kind de hoek om. Mama kijkt ze aan, zo boos dat de Grobmoeder ervan schrikt, een poot van haar kind vastpakt en terug stampt. Mama staart ze na.
Ik weet dat het niet eerlijk is. Hoe vaak we ook controleren, hoeveel vlekken we ook uitsnijden en weglaseren, het is niet genoeg. Er zal altijd wel eentje ongezien blijven. Mama zal iedere ochtend tot ik veertig ben mijn billen uit elkaar duwen om te kijken of daar geen vlek zit.
Ik pak mama’s hand vast. Hij is koud.
‘Kom,’ zeg ik zacht, ‘we komen te laat.’
Wintertuinfestival
Met fictie als gids navigeert het Wintertuinfestival door onze tijd. Samen met de schrijvers en kunstenaars die we uitnodigen en jou, onze bezoeker, proberen we de wereld te lezen en te bevragen. Elk jaar kiezen we een thema. Dit jaar is dat het begrip ‘gastvrijheid’. We zijn geïnspireerd door de Amerikaanse schrijver en schilder John Berger, die de vraag stelde naar ’the storytellers responsibility to hospitality’. Welke verhalen zijn verwelkomend? Welke stemmen geef je aandacht? Wat is de rol van literatuur als het aankomt op het bieden van ruimte aan anderen? Schrijver Ali Smith zegt hierover: ‘In the very act of the telling of anything, and the listening to anything, from anyone else, there is a question of welcome.’ Het hele interview met Ali Smith (tijdens Passa Porta Festival 2019) lees je hier.