Vergeet Ze Niet
'Toen we je huis leeg maakten, vond ik je dagboek op zolder.'
Vergeet Ze Niet ontstond toen Margot de dagboeken van haar overgrootmoeder terugvond. In deze dagboeken beschreef ze stemmen. Stemmen uit haar omgeving probeerde ze te vatten in taal om ze te blijven herinneren. Eronder stond ‘Vergeet ze niet’. Margot herkende haar overgrootmoeders fascinatie voor zowel geluid als het schrijven in dagboeken. In Vergeet Ze Niet heeft ze deze twee samengebracht in audiopoëzie. Ze vertelt het verhaal door middel van een fictieve verklanking, die het toelaat in een ander universum te belanden. De taal en de geluidsband versterken elkaar en brengen de stemmen waar haar grootmoeder over schreef opnieuw tot leven. Met muziek van Céline Ottenburgh en begeleiding van Annemie Tweeppennickx.
Vergeet Ze Niet
Een audioverhaal van Margot Timmermans
Met muziek van Céline Ottenburgh
En begeleiding van Annemie Tweeppennickx
1.
Het is tien uur ’s avonds,
het schemert.
Ik zit in je slaapkamer.
Ik lig op bed.
We lagen hier vroeger samen,
naast elkaar,
op onze ruggen,
starend naar het plafond.
Ik heb het slaapkleed aan dat je zo vaak droeg.
Het is wit met kleine lila bloemen op.
Een oud bommakleed zoals ik het vroeger noemde.
Je zei dan dat dat zo hoort als je oma bent.
Het stond jou beter.
Bij mij valt het tot onder mijn knieën.
Ik herinner mij dat de radio hier altijd aanstond.
We lagen hier op bed
en luisterden:
*Badoem badaam, baboebidabada o lalala.
C’est magnefique
C’est magnifique!
Des jours tous bleus
Des baisers lumineux,
bss bss bss bss
C’est magnifique!*
We speelden ons spel:
Radiofragment
Te veel de laatste…
Je daagde me uit.
Je vindt ze niet he? Zoek nog een beetje!
Radiofragment
Ja, je zou kunnen zeggen, het komt heel bizar over, hé.
‘Het spel van de verloren stemmen,’
zo hebben we het genoemd.
Radiofragment
Kan je nog wat anders vertellen?
De stemmen daartussen spelen verstoppertje, zei je.
Eerlijk? Ik heb het spel nooit helemaal begrepen.
Maar ik luisterde graag naar je verhalen, naar je stem.
Je vertelde uren aan een stuk. Tot je plots stopte.
Nu is het aan jou.
O
ik zoek nog steeds l e t t e r s
U
Woorden
B
L
De vangst is mager.
I
E
Ik ben je stem vergeten.
Ik wou dat ik hem had kunnen bewaren.
Ik zou er een etiket op kleven.
‘Stem – Houdbaarheidsdatum: ongekend.’
Toen we je huis leeg maakten,
vond ik je dagboek op zolder.
Het is vaal oranje met grote gele bloemen erop.
Ik heb erin gelezen.
Op twee pagina’s beschrijf je stemmen,
Van 1…
ervoor staan cijfers.
tot 6…
Met daarna telkens 2 korte zinnen.
1/ Hij klinkt als een wijd wit landschap.
Ik kan er bitter weinig uit opmaken.
2/ Soms is ze zo stil dat haar stem kraakt.
Onderaan de pagina: ‘Vergeet ze niet.’
Soms speel ik ons spel nog eens:
dan plaats ik de cijfers uit het dagboek naast elkaar,
zoek ik ze:
235.11
642…
*Slaap nu
Ik mocht van jou nooit op zolder komen.
Leg je woorden te slapen
Ik heb het vaak gevraagd.
Onder het deken van de nacht
Maar voor je naar daar trok ‘s avonds, zong je me altijd eerst in slaap.
Slaap nu
Leg jezelf te rusten
Ik ken de woorden nog.
Bij het licht van de maan
Alleen je stem ontbreekt.
Stil nu maar
Je hoeft niet te huilen
Want de sterren wachten
Ze horen je zingen
Slaap nu
Mijn liefste
De nacht wacht
Wacht alle stille stemmen op*
Vannacht,
ga ik naar de zolder.
Ik wil zien wat daar leeft.
2.
Het klinkt hier dens.
Alles hoopt op…
En dan,
Radiofragment
En dan.
botst alles hier op elkaar in,
lopen alle stemmen in elkaar over.
Radiofragment
In sommige gevallen gebeurt dat ook, hé!
Vannacht,
gaan de stemmen
op jacht.
Het is hier leeg.
Enkel een tafeltje,
een stoel
en een radio.
Door het kleine dakraam
valt het licht van de straatlantaarn schuin naar binnen.
De cirkel valt middenin de ruimte.
Het is het enige licht dat de kamer kent.
Het belicht niets.
Er is hier geen verwarming.
Het is hier zo koud dat zelfs mijn ademwolkjes bevriezen.
Ze blijven als standbeelden hangen in de lucht.
Als het regent druipt het water hier binnen.
De regenpijp op het dak heeft het al enkele jaren geleden begeven.
Soms hoor ik de houten vloerplanken praten.
M i j m e r e n.
Ze proberen het te verstoppen.
Binnensmonds.
Maar ik hoor ze.
Er is hier geen kleur
Er is alleen de kaft van het dagboek op het bureau.
Ik heb ze hier allemaal bewaard:
in het dagboek,
op zolder.
Alle stemmen.
Hoe ze klinken,
hoe ik ze herinner.
Ze zijn hier allemaal.
316.42
235…
Ik doe de deur op slot.
Laat niemand binnen.
Ik bewaak en bewaar ze.
642…
Houdbaarheidsdatum: ongekend.
Vroeger leefden alle stemmen vredig naast elkaar.
Elke stem had zijn plek:
Bij het raam,
naast de deur,
op het bureau,
in de hoek,
onder de losse plank.
Alles en iedereen geordend,
in harmonie.
Af en toe dansten we in de spot, in het midden van de kamer.
*Badoem badaam, baboebidabada o lalala.
C’est magnefique
C’est magnifique!
Des jours tous bleus
Des baisers lumineux,
bss bss bss bss
C’est magnifique!*
De laatste tijd verloopt het anders.
Ze sluipen door me heen, één voor één proberen ze te ontsnappen.
één voor één.
Eerst dacht ik dat het een spel was.
één voor één.
Zich te verstoppen in onherkenbare klanken.
één voor één.
Nooit kan ik voorspellen wat ik hier zal aantreffen.
Ik heb de stemmen op zuur willen leggen.
Ze willen ont-le-den,
inblikken,
vangen,
vastzetten.
Ik heb ze proberen opeten.
Plat gekauwd.
Doorgeslikt.
Vermorzeld.
Ik hield mijn mond een week lang dicht.
In de hoop ze zo bij te houden.
Binnensmonds.
Niets hielp.
Als ik ze probeer door te slikken, blijven ze eerst in mijn keel hangen.
Zij die toch verderop geraken, komen er later als een niet verteerbare haarbal weer uit.
Het is geen zicht.
De stemmen muteren.
Ze peuzelen zichzelf op,
vallen elkaar aan,
verteren en teren weg.
Langzaam vergeet ik hoe ze klinken.
En wat ik ook probeer…
Ze zijn met té veel.
Houdbaarheidsdatum ongekend
ongekend
Om ze uit te drijven heb ik geprobeerd mijn hoofd onder water te houden.
zo lang mogelijk.
Geen mens krijgt deze kamer afgestemd.
Geen mens hoort wie hier gevonden wil worden.
Geen mens vindt de juiste frequentie.
G e e n m e n s h o o r t
G e e n m e n s v i n d t
G e e n m e n s
D e j u i s t e f r e q u e n t i e
G e e n m e n s
G e e n m e n s
Het zijn wees-stemmen.
Ze behoren nergens nog toe.
Tussen de frequenties,
blijven stemmen steken.
Ze blijven hangen.
ze vervallen.
kraken.
*Slaap nu, leg je woorden te slapen
Het is tien uur ‘s avonds.
Onder het deken van de nacht
Het schemert.
Stil nu maar, je hoeft niet te huilen
Het licht van de straatlantaarn lijkt wel het licht van een helikopter.
Slaap nu,
Ik sta midden in de kamer.
Leg jezelf te rusten
Onder het licht van de maan
Rond mij: de laatste stemmen.
Stil nu maar, je hoeft niet te huilen
In een hoog tempo rennen ze rond het licht.
Want de stemmen wachten
Ze zijn onvermoeibaar snel.
Ze horen je zingen
Ze razen en razen.
Slaap nu, mijn liefste
Ik wacht.
De nacht wacht
Vervaag.
Wacht alle stille stemmen op*
3.
Hoe gaat het meme?
Zit je goed?
Zal ik je kussen opschudden?
Ben je moe?
Zal ik thee voor je maken?
Ik zal de gordijnen sluiten.
Wil ik je laten slapen?
Ik zal je helpen je slaapkleed aan te doen.
Doe je armen maar omhoog.
Wat zeg je?
Wie?
Ik ben het.
ik.
Ik ben het
Het is oké.
Vergeet het maar.
—
Deze tekst is ons toegestuurd als kopij. Wil jij ook werk insturen? Stuur je idee of tekst naar nvho@wintertuin.nl, samen met een motivatie van een paar regels. Binnen zes weken ontvang je van ons een reactie.