Nooit meer slapen
Een boom die middenop een toneel groeit. Op komen een man, Berber, in de praktische kleding van een boswachter, en een vrouw, Lorna, in zeer onpraktische kleding, met de professionele camera van een journalist. Het waait. Ze gaan staan op flinke afstand van de boom – en van elkaar.
Lorna Kunt u voor de camera gaan staan? Ja. Mooi.
Berber gaat voor de camera staan. Hij weet zich geen houding te geven.
Berber Kunnen we niet beter bij de berk staan? Dan kunt u zien waar het gebeurt.
(Stilte. Ze gaan er niet heen.)
Ja? Zullen we gaan?
Lorna Wacht even, eerst bijlichten. Ja, ja, we gaan.
Ze gaan niet.
De Lorna stelt de camera in, nog steeds.
Berber (kijkt op zijn horloge) Het gaat beginnen.
Lorna Niet te veel naar voren… precies. (staakt het cameragerommel) Wat begint er?
Berber Bij die berk zou het nu… ja!
Lorna Even het geluid testen. Kunt u even in de camera praten en wat over uzelf vertellen?
Berber Het is begonnen.
Lorna Begin maar hoor. Wie bent u? Wat doet u? Vertel.
Korte stilte. Journaliste Lorna verandert hier en daar wat aan de camera-instellingen en maakt meerdere opnames, terwijl Berber begint met praten.
Berber Ik bekijk en meet dingen in dit bos. En dan voornamelijk spreeuwen. Het lijkt ingewikkeld hoe ze bewegen. De spreeuwen, bedoel ik. Maar het is een systeem. Eigenlijk zijn er drie simpele regeltjes. Eén: afstoting: er moet altijd ruimte zitten tussen twee spreeuwen – kijk, daar gaan ze weer! Twee: samenhang: er mag maar een maximale afstand tussen ze zitten – kijk! En, de bocht om. Drie: uitlijning: elke spreeuw stuurt aan op de gemiddelde snelheid en richting van z’n buren. Formatievliegen heet het. Maar wat ik dus wil zeggen: en dit is belangrijk: deze doen net anders. Het lijkt op gericht groeperen. Ze richten zich op iets.
Lorna (laat camera even, pakt notitieblok) Formatievliegen… Wie is dan de leider?
Berber Ze hebben geen leider. Geen vaste richting, geen plan. Het systeem denkt. Snapt u?
Lorna Het systeem denkt.
En die drie regels dat waren, één: afstoting, nummer twee was…?
Berber (wijst) Kijk zelf van dichtbij. (draait zich om, loopt erop af) Het gaat om dichtbij. Maar als je te dichtbij komt, gaan ze… Komt u?
Ze komt niet.
Lorna legt haar pen neer, gaat verder met filmen, kijkt door de lens van haar camera heen.
Lorna O ja, ik zie het. Een soort zwerm.
Dat zijn de spreeuwen?
Berber is naar haar teruggelopen. Hij knikt zo rustig als hij kan: heel, heel rustig.
Berber Dat zijn de spreeuwen.
(Stilte en gekwetter)
Samen slapen.
Lorna Pardon?
Berber Voor als u zich afvroeg waaróm ze het doen.
Lorna Ah.
Berber Normaal gesproken, overdag, scharrelen ze in kleine groepjes. Maar als ze gaan slapen zijn ze veiliger met zijn allen. Vijf miljoen kunnen het er zijn. Kijk! Sperwer! Dat zijn die kleine opdonders, dat zijn hun vijanden. Maar ze kunnen de spreeuwen niet pakken, niet eentje van de vijf miljoen. De zwerm is het schild. Normaal gesproken. ’s Nachts…
Lorna Wacht even, die vijf miljoen – heeft u dat gemeten met een soort registratie of de landelijke Vogelteldag of is dat gewoon, zo hop, een schatting?
Berber Steekproef. ’s Nachts maken ze die enorme wolk in de lucht, dat is een sein, een rooksignaal, ‘Hier zijn we’, dat is om de kudde te verzamelen om te gaan slapen.
Lorna Dus het is eigenlijk een soort bedritueel.
Berber JA! Behalve dat ze nu niet naar bed gaan. De zon gaat onder. Nu zou de zwerm één grote trechter moeten worden. Laten ze zich een voor een in het riet vallen. Als vuurpijlen.. Even tjilpen, en dan is het uit.
(kijkt op zijn horloge) Dat zou nu moeten gebeuren.
Lorna Maar het gebeurt niet.
Berber Ik zeg het u mevrouw. Die dieren slapen niet meer. Het is onnatuurlijk. Deze blijven alert, alsof ze zich voorbereiden. U moet het even van dichtbij zien. Ze breiden uit, steeds grotere cirkels. Ze zijn nu in murmuratie – hoe zeg ik dit? in een krijgsdans – rond die berk, hun biotoop – hun huis, zeg maar. Laten we erheen lopen.
Lorna Nu?
Berber Nu.
Lorna Ik weet het niet.
Berber Wat niet?
Lorna Mijn telefoon zegt dat het regent.
Berber Maar het is droog.
Lorna Ja, het is op zich droog… (korte stilte)
Want ik had ook nog de Fauna Monitor onderzoeksenquête die ik met u wilde doorlopen. Misschien kunnen we zometeen gaan? Als het opklaart.
Berber Ja, maar…
Lorna Mijn eerste vraag zou zijn: ‘Hoe lang bent u hier al werkzaam en zou u zichzelf als expert beschouwen in het gebied van natuur- en bosbehoud?’
Berber Ze beginnen opnieuw! Het begint weer opnieuw.
Lorna (notuleert) Oké. Denkt u dat we nog tijd hebben voor vraag twee tot vijf?
Berber Twee van mijn collega’s zijn geschampt. Een boswachter in het Ruhrgebied ligt in het ziekenhuis. Agressief groepsgedrag. Het zijn musachtigen, geen roofvogels. Eén agressieve spreeuw, dat kan. Maar een zwerm? Het is een risico. Mensen die in de buurt van berken wonen, moeten binnenblijven. Ik zeg dit niet licht, ik zeg dit helemaal niet licht, maar ze moeten die bomen kappen! Kunt u dit doorgeven? Kunt u dit stuk er alstublieft niet uitknippen?
Lorna O, hij filmt nu niet hoor, ik ben aan het instellen.
‘2A: Merkt u de laatste maanden of jaren in uw werk iets van verandering?’ Welke boom zei u?
Berber Betula pendula. Berk. Wit met zilveren blaadjes.
Lorna pakt het statief en loopt richting de berk. Is plotseling geïnteresseerd in het schouwspel.
Gekwetter.
Lorna Wonderlijk.
Berber Niet zo wonderlijk als je de drie principes kent.
Lorna Botsen ze nooit?
Berber Wat?
Lorna Botsen ze nooit?
Berber Ik zou daar niet in het midden gaan staan mevrouw.
Lorna Wat?
Berber Ik zou daar niet in het midden gaan staan mevrouw.
Hij loopt naar haar toe. Ze gaat door met filmen van dichtbij.
Berber Niet daar staan, ze gaan ook langs die…
Het statief valt, Lorna raapt het op en haast zich terug.
Berber Ja, precies.
Lorna checkt gehaast de camera.
Lorna Mooi, hij heeft het gefilmd. Ze stoppen niet echt hè.
Berber Dat is wat ik probeer te zeggen. Dit is al zo vanaf augustus. Het klopt niet. Normaal gesproken zouden ze nu gaan slapen.
Gekwetter.
Lorna De zon gaat om 17:49 pas onder, zegt mijn app.
Berber Wat?
Lorna Dus ze hebben op zich nog drie, nee, twee minuten om rustig te worden.
Berber Nou…
Lorna Óf ze doen nu alleen nog maar aan powernaps! Wat zouden ze doen met al die tijd die ze dan overhouden?
Berber Ze gaan zingen. Alsof het ochtend is. Helemaal ontregeld. Ik weet niet waarom. Ik heb het de anderen gevraagd. We weten allemaal niet waarom.
Lorna Dus spreeuwen zijn nu nachtvogels. Dat schrijf ik even op. Vijf miljoen zei u hè? Mijn zoontje Noah is drie. Hij is een hele moeilijke inslaper. Om acht uur wordt hij altijd heel druk. Uiteindelijk maakt hij zichzelf doodmoe. Misschien is het zoiets. Heeft u kinderen?
Berber Nee. Ik heb een terrarium.
Lorna Ah ja. Nou, als u kinderen zou hebben dan zou u het snappen. Dat komt misschien nog wel.
Hard gekwetter.
Lorna Oké. Mooi zeg, dat de natuur zich zo aanpast. Survival of the fittest. ‘Het systeem denkt.’ Het systeem denkt nu dat het zomer is.
Berber Egels maken geen holen meer. Wakkere vleermuizen in november. Hier over de grens zijn boven de grond marmotten gezien. Er wordt gebroed door een aantal vogels. Gebroed, mevrouw. Weet u wel dat een mees een gemiddelde temperatuur van 8,6 graden nodig heeft voor een broedseizoen? Dat is nu in november. Ik zeg het u mevrouw. De dieren slapen niet meer. Het is onnatuurlijk-.
Lorna Ik vind dat u nu wel heel negatief bent. We hebben vorig jaar nog een project gedaan voor faunabehoud. En de stikstofhoeveelheid in de lucht is hoeveel precies? Zit dat boven of onder de waarde? Anders schrijf ik op ‘Niet bekend’
Berber kijkt op, plotseling rustig. Hij volgt de beweging van de zwerm met zijn hoofd als in een trance.
Berber Ze zingen.
Lorna Wat?
Berber Ze zingen.
Beiden kijken nu op, plotseling rustig. Beiden volgen de zwerm. De spreeuwen zingen.