Goederenlift
Winnaar 2022 van de jaarlijkse Nijmeegse prijs voor ongepubliceerde schrijvers
De Nijmeegse Literatuurprijs is een jaarlijkse prijs voor schrijvers die nog niet gepubliceerd hebben bij een landelijke uitgeverij. De jury bestond afgelopen jaar uit Cobi van Baars, Ischa den Blanken en Fien Prinsen. Op 16 december werd de winnaar bekend gemaakt tijdens een feestelijke uitreiking in Bibliotheek Mariënburg. Hieronder lees je deze winnende tekst van Pascal Lamberights.
Goederenlift
De goederenlift was zijn nieuwe thuis. Elke avond rond elf uur stapte hij in de lift van het hotel om er te gaan slapen, nu al ruim vijf maanden lang. Hij sliep er goed; de stilte en de duisternis vormden de leegte die hij nodig had om de betekenis van liften te doorgronden. Zijn lange dag zat erop; hij had zijn kreukelige jasje en versleten schoenen uitgetrokken en was op de stretcher gaan liggen met zijn handen onder zijn hoofd gevouwen. Een bureaulamp verlichtte zijn boeken die hij op een klein rekje had gezet.
Hij sliep al bijna toen plotseling de deuren van de goederenlift opengingen. Zijn broer kwam binnen, wurmde zich tussen stretcher en boekenrek door, en ging op de klapstoel zitten in de hoek van de lift. Zijn gezicht was lijkbleek en uitdrukkingsloos.
‘Het is gedaan,’ verzuchtte zijn broer. ‘Mijn hotel is failliet, de bank wil er niet meer geld in stoppen.’ Zijn mededeling zocht als een veertje in de lucht naar vaste grond. De stilte werd onderbroken door het sluiten van de liftdeuren. Hij had wel gemerkt dat het de laatste maanden steeds minder druk was in de liften, maar hij wist niet waarom.
Na jarenlange omzwervingen door Europa was hij in het voorjaar in het hotel van zijn broer getrokken om zijn experiment uit te voeren. Niet alle gebouwen waren geschikt voor zijn experiment; ze moesten beschikken over liften, waaronder een goederenlift, die zeker vijf verdiepingen bedienden. Zijn broer die hij al jaren niet meer had gesproken, had van zijn zoektocht gehoord, hem opgespoord en hem zijn hotel aangeboden, met maar liefst negen verdiepingen, vier liften én een aparte goederenlift.
Hij dacht aan zijn eerdere experimenten toen hij nog een bekend kunstenaar was en in alle belangrijke Europese musea exposeerde. Aan die keer dat hij voor een internationale expositie eens alle museumzalen leeg had gelaten. Op de tweede verdieping had hij alleen een raam open gezet om er een touw van aaneengeknoopte lakens uit te laten hangen. Een enkeling vond het briljant hoe hij zich hiermee tegen de kunstwereld afzette als een vooringenomen, bedachte werkelijkheid zonder relatie met het échte leven. Maar de meeste bezoekers spraken er schande van en verweten hem wat hij juist had willen aantonen. Sindsdien kreeg hij steeds minder reacties op zijn e-mails met nieuwe ideeën.
Overdag reisde hij nu al maanden elke dag mee met iedereen die een hotellift instapte, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Elk uur wisselde hij van lift om elk toeval in zijn bevindingen uit te sluiten. Bij elke hotelgast was hij nieuwsgierig naar waar iedereen op dat moment aan dacht, in dat tijdloze intermezzo tussen instappen en uitstappen. De reacties die hij op zijn vragen kreeg – de meesten konden van verbazing weinig uitbrengen – verwerkte hij overdag in een klein notitieboekje om ’s avonds over te brengen op een groot overzicht dat hij in zijn goederenlift had opgehangen. Elke vrijdagavond analyseerde hij dat overzicht op zoek naar samenhang in alle antwoorden die hij tot op dat moment had verzameld. Voor de toenemende klachten die zijn ontregelende vragen opriepen, had hij weinig oog.
Laat op die ochtend waren de voorbereidingen voor Kerst gestart alsof er nog niets aan de hand was. Er was een grote kerstboom binnengebracht en in de lobby van het hotel opgetuigd. Hij had er de conifeer in herkend, die op de parkeerplaats in de weg stond. Hij was zo groot dat de piek er vanaf de eerste verdieping moest worden opgezet. De boom was het gesprek van de dag in de lift; kinderen wilden zo snel mogelijk weer terug om alle lichtjes en kleuren te zien. Zijn broer had hem hier op de eerste dag, na een korte en onwennige omhelzing, koffie aangeboden en gevraagd naar zijn plannen. De dertig jaar dat ze elkaar niet hadden gezien, werden overgeslagen. Toch was er die band die het volstrekt logisch maakte dat ze hier zo zaten. In het oude havengebied buiten het hotel lagen de herinneringen aan de bombardementen die hun ouders het leven hadden gekost. Ze hadden sindsdien gewoon veel vaker niet dan wel aan elkaar gedacht.
Op die eerste dag in de lobby had hij zijn broer verteld van zijn experiment; van zijn zoektocht naar betekenis op plekken die betekenisloos zijn, of lijken. Waar mensen alleen denken aan waar ze net vandaan komen, of juist naar op weg zijn. Zo was hij op liften gekomen, in musea, kantoren, fabrieken, hotels; het gebouw doet er niet toe. Over zijn mislukte experimenten in de afgelopen jaren vertelde hij niets; daar had zijn broer al ongetwijfeld meer over gelezen. Hoe meer hij de zelfzucht van het individu wist te ontmaskeren, hoe vaker had het collectief hem aangeklaagd en buitengesloten. Zijn broer had hem aan het eind van hun gesprek een hotelkamer aangeboden, maar hij gaf de voorkeur aan de goederenlift; het maakte zijn experiment completer. Ongeveer een maand dacht hij toen nodig te hebben om te vinden wat hij zocht.
Zijn broer bleef naar zijn handen staren als zocht hij een richtpunt om zijn eigen gedachten te kunnen ordenen. Zijn gedachten leken ver weg, misschien wel bij de eerste succesvolle jaren van het hotel na de oorlog. Hij dacht aan zijn broer, aan wat dit voor hem moest betekenen; het was zijn eerste faillissement in zijn leven. Hij dacht aan hun ouders, aan zijn eigen experimenten, aan alle gezichten in de lift, aan alle schema’s boven zijn stretcher. Hier zaten ze nu, eenzaam en verenigd in hun mislukkingen. Hij voelde langzaam een vreemd gevoel opkomen; vreemd omdat een lichte glimlach waarin het zich uitte op het eerste gezicht niet bij dit moment kon horen.
‘Zullen we morgenochtend samen ontbijten?’ Zijn broer keek langzaam op en leek verrast door zijn vraag. ‘Misschien komen we wel op nieuwe ideeën.’
‘Morgenochtend is goed,’ zei hij, stond op en drukte op de knop om de liftdeuren te openen. De liftbel klonk als een verlossing. De deuren openden zich en zijn broer stapte uit op een verder lege verdiepingsgang.