draai je om, mijn kleine waanzin
Vijftig jaar geleden debuteerde H.H. ter Balkt met zijn bundel Boerengedichten. Ter ere van de grootmeester zal er elke maand een gedicht van Ter Balkt geparafraseerd worden op Notulen van het Onzichtbare. Deze bewerking is van Dean Bowen. Hij maakte een parafrase van ‘Ga naar huis Poëzie’. Lees ook de andere Odes aan de betekenis.
draai je om, mijn kleine waanzin | Dean Bowen
draai je om, mijn kleine waanzin & keer terug.
de tred verraad je wentelen, het hollen van de zeilen.
je gaf stem aan de stenen
& geeft ze nu het zwijgen terug.
ook jij was vergeten, hoe ver je was afgedwaald;
in al dat weerkaatsen van wat in ons zoek raakt
tot wij het opnieuw konden opeisen.
wrik je los van die vingers.
iets als [insert naam], [insert lof],
een gezwollen titel als voer voor de cancel-cultuur
we hikken er beide tegenaan. een kleine daimon
valt stil & het lenteloof draagt bloesems.
je kraakt onder het gewicht van klokken,
of van zij die vonden dat je enkel zingen mocht
vermaakt, mismaakt, sublimerend vernis;
alsof alleen die feedbackloop toegestaan.
& je wankelen is waar, zoals ook ooit
jij in die wenteling die jou meedroeg.
& de dichters liegen. & de dichters drinken
wanneer we het doek lichten
om een glimp te tonen van wat erachter wacht.
het mechaniek moeten tuimelen.
stond jaren stil om op je aanzet te wachten.
een kleine aanzwengeling & dan…
weet, mijn kleine waanzin, dat niets zonder jou
& ik niet altijd een huis voor je wensen.
de holle namen, de woeste erotiek,
het neuken nooit noch de diepste slaap.
wrik je los van die vingers.
ik weet niet wanneer ik weer je thuis
maar ik wacht hier, langs het kalmere water
keer terug, kleine waanzin, tot we kwijtgeraakt
Ga naar huis Poëzie | H.H. ter Balkt
Ga naar huis Poëzie, ga naar huis.
De weg was lang, ’t weer werd slechter.
Je zong het zwarte water uit zijn hol
en nu zing je ’t eindelijk terug.
Je was verdwaald zeg je, al zo lang;
Zeker in dat donkere bos van jou,
waar toen opeens alles om draaide.
Hou toch op met die flauwekul.
Arnaut Vidal met ’t Gouden Viooltje,
de vrek Dante, tot twee keer onthoofd,
dat wil zeggen, bijna! Malariamuggen
zijn uitgezongen en de zon schijnt.
Je was verpletterd door de telramen,
door de leugenaars en hun raderen;
door stroperige elixers en hun hik;
je woonde in een cul de sac leek ’t.
Van armoe wou je weer oraal worden
en carnivoor, net als eens in ’t bos.
De bijlen grinnikten, de galgen lachten.
Krak… sprak alweer de sleutelbaard
bij de poort van het Zwarte-Wagenpark.
Zijn wagens zullen nooit meer rijden.
Je was jaren in slecht gezelschap.
Je zenuwgestel liep averij op…
Bedenk, Poëzie, alles begon met jou
en de leegte was nooit jouw paleis:
de uitgeblazen ruimte, de ijzige kou,
de augurenhal niet noch de danshal.
Je wilt van een woud niet meer weten.
Ik heb altijd al rond horen zingen
waar jouw verblijf is: achter de bergen.
Ga naar huis, Poëzie, en neem mij mee.
—
De parafrases van Ode aan de betekenis zijn, samen met een essay van Fiep van Bodegom en illustraties van Caz Egelie, gebundeld tot een bijzondere kalender die te koop is in onze webshop. Met gedichten van onder meer Dean Bowen, Joost Oomen, Asha Karami, Astrid Lampe, Hannah van Binsbergen, Alfred Schaffer, Tonnus Oosterhoff, Radna Fabias, Maarten van der Graaff en H.H. ter Balkt.