NUMMER ÉÉN-HIT MET DE STONEDE ZIEL VAN WILLIAM ERNEST DRUMMOND, MAGIËR, DIE IN DE WINTER VAN 2049 | 2050 DE LAATSTE BESCHAVINGSRESTANTEN WEGZAKKEN ZAG IN DE RIVIER DE MERSEY NABIJ STOCKPORT
Vijftig jaar geleden debuteerde H.H. ter Balkt met zijn bundel Boerengedichten. Ter ere van de grootmeester zal er elke maand een gedicht van Ter Balkt geparafraseerd worden op Notulen van het Onzichtbare. De derde bewerking is van Marc van der Holst. Hij vormde ‘Bouw van de chipsfabriek’ om tot ‘Dematerialisatie van de chipfabriek’. Lees ook de andere Odes aan de betekenis.
NUMMER ÉÉN-HIT MET DE STONEDE ZIEL VAN WILLIAM
ERNEST DRUMMOND, MAGIËR, DIE IN DE WINTER
VAN 2049 | 2050 DE LAATSTE BESCHAVINGSRESTANTEN
WEGZAKKEN ZAG IN DE RIVIER DE MERSEY NABIJ STOCKPORT | Marc van der Holst
Eerst dreunden de bassen, nu dreunt alles alleen
nog na. Fake plastic trees buigen in de vuurwind. Coke
dwarrelt als het as van verbrand geld, kleeft off-white
aan de subwoofers, dekt de doppers, smileys
op papertrips, Sick Boy in zijn black hoodie,
gebruikte naalden, sleutelpuntjes, shotjes, patsers
bij de poortjes; de stroboscopen, de superstar dj’s,
tumblers en sporken; de rush blijft uit en stort zich
op de oude bank. En de wiet weeft mijn afscheid
– hallucinatie, spookgeluid – mee van hun terugslag, zo
hard crashend van wat mij op de benen houdt:
een miljoenmaal mijn naam, William Ernest D.,
magiër, op de polsbandjes; van GHB ’t oud recept dat ooit
leuk leek. Madchester wacht, met brandende baggy jeans
BLUES VAN DE DOLENDE ZIEL VAN
ULPIUS HERACLES, OOGARTS, DIE IN DE WINTER
VAN 401 | 402 DE LAATSTE ROMEINSE COHORTEN
WEGTREKKEN ZAG LANGS DE RIVIER DE WAAL | H.H. Ter Balkt
Eerst dreunden hoeven, nu dreunen van de laatsten
de voeten. Rietveld buigt in de wind. Sneeuwvlok
dwarrelt als de dunste Romeinse as, kleeft wit aan
de echo, dekt het terra sigillata, keizerkoppen
op muntstukken, aap in zijn glazen capuchon,
bronzen naalden, epileertangen, kranen, wachttorens
aan de rand van het rijk; de lampen, de godenbeelden,
bekers en lepels; kracht blijft achter en stort zich
op het grauwe zand. En het riet weeft mijn afscheid
– ongezien, ongehoord – mee van hun schreden, zich zo
tomeloos weghaastend van wat mij ketent aan deze
verweesde aarde: viermaal mijn naam, Marcus Ulpius H.,
oogarts, op de stempelsteen; van oogzalven ’t oud
recept dat ooit heelde. Rome wacht, met haar vlammen
—
De parafrases van Ode aan de betekenis zijn, samen met een essay van Fiep van Bodegom en illustraties van Caz Egelie, gebundeld tot een bijzondere kalender die te koop is in onze webshop. Met gedichten van onder meer Dean Bowen, Joost Oomen, Asha Karami, Astrid Lampe, Hannah van Binsbergen, Alfred Schaffer, Tonnus Oosterhoff, Radna Fabias, Maarten van der Graaff en H.H. ter Balkt.