Tot hier en verder
We openden en sloten het Wintertuinfestival 2023 af met een speech. De openingsspeech werd verzorgd door Lisa Weeda, die het festivalthema Je bevond je hier in een historische context plaatste en reflecteerde op de vraag hoe we hier gekomen zijn. Marjolijn van Heemstra keek in haar afsluitende speech vooruit en ging in op de vraag waar we naartoe bewegen.
Foto door Elske Nissen
Tot hier en verder | Lisa Weeda
In 2019 vraagt uitgeverij Penguin Publishers de schrijver Margaret Atwood te vertellen over het onderzoeksproces voor haar in 1985 uitgekomen roman The Handmaid’s Tale. Voor wie het boek nog niet las, vertel ik waar het over gaat: ‘Binnen de grenzen van de voormalige Verenigde Staten heeft een christelijke beweging de macht gegrepen. In deze nieuwe Republiek, Gilead, dient iedereen naar de letter van het Oude Testament te leven. Vanfred, de vertelster, behoort tot de nieuwe klasse der ‘Dienstmaagden’, die slechts één doel heeft: zich voortplanten. Kinderen baren. Alleen ’s nachts, in haar sobere kamer, is ze vrij om zich over te geven aan haar illegale herinneringen: het lezen van boeken, haar eigen naam en het irrelevant geworden begrip “liefde”.’
Margaret Atwood trekt met Penguin Publishers naar de universiteit van Toronto, waar haar archiefwerk ligt opgeslagen.
Er komen dozen vol gesealde krantenknipsels tevoorschijn. Krantenknipsels die voor Atwood niet per se dienstdeden om haar verhaal mee op te bouwen en dan een boek te schrijven. Nee, Atwood wist al lang wat ze wilde vertellen – dit archiefwerk sloeg ze op om te bewijzen dat wat zij schreef in The Handmaid’s Tale niet ver van de werkelijkheid verwijderd ligt. De documenten zijn een zwaard om mee te schermen. Bewijs, zodat niemand kan zeggen: ‘Hoe heb je dit zieke verhaal in godsnaam verzonnen.’
Wat ik schrijf is niet bedacht, weet Atwood.
Wat ik schrijf zou zo de waarheid kunnen zijn – delen ervan bestaan in deze realiteit.
Een paar weken geleden sprak ik met een vriend over het boek Hetze van de Belarussische dissident-schrijver Sasha Filipenko. In deze roman wordt een kritische Russische journalist, die achtervolgd en gestalkt wordt door de staat, aan het eind van de roman zo wanhopig en paranoïde dat hij zijn eigen baby uit een raam gooit. Eerder in het boek zijn er telkens fragmenten van een televisierechtszaak te zien. Het proces wordt live uitgezonden en gaat over een burger die zich via sociale media kritisch heeft uitgesproken over de staat (laat ik zeggen, het regime). De televisie rechter vraagt het aan de buis gekluisterde volk: moeten wij enkel de aanstichter veroordelen tot ophanging – LIVE UITGEZONDEN!!! – of moeten we ook iedereen die zijn bericht deelde vervolgen? Of… is degene die dit staatsgevaarlijke kritische bericht postte onschuldig? Vindt u deze persoon onschuldig, dan dient u voor uw stem te betalen en al uw persoonlijke gegevens in te vullen.
De kijkers stemmen unaniem voor de doodstraf voor de aanstichter en voor het vervolgen van alle mensen die het bericht op sociale media gedeeld hebben. ‘Momenteel staan onze ordetroepen bij alle mensen die dit bericht deelden voor de deur,’ meldt de rechter opgewekt.
‘Vreemd boek,’ zei de vriend, ‘ik snapte er niks van.’
Een tijd waren we stil. Toen vertelde ik hem over de showprocessen in de tijd van Stalin – hoogtepunt: jaren ‘30. Showprocessen zijn eerder vergeldend bedoeld dan corrigerend. Wie een iemand veroordeeld ziet worden waar die op lijkt, kan zichzelf zien zitten, diens klasse, diens soort, diens beroepsgroep. De processen worden ook uitgevoerd voor propagandistische doeleinden. Vaak is het geen geldig proces, zijn de gronden onduidelijk, nutteloos, of deels verzonnen. Het is politieke vervolging in plaats van een waardige rechtszaak.
De term showproces komt uit 1928, bijna een eeuw voor het boek Hetze van Filipenko uitkwam.
Terug naar Margaret Atwood:
In het interview over haar documentatiewerk voor The Handmaid’s Tale, zegt ze het volgende: ‘Iemand op Twitter, die mijn boek gelezen had, vroeg zich af: “Hoe verzin je deze shit?” Alsof ik het heb uitgevonden?!’ ‘Hier, een serie krantenknipsels uit 1985,’ zegt ze, ’toen ik het boek aan het afronden was: “Wat veroorzaakt het hoge kindersterftecijfer in de VS? Zeker onder zwarte mensen?” Daar wordt nog steeds over geschreven. “De strijd tussen de seksen woedt, terwijl Sovjetvrouwen aan invloed winnen”, “Overwerkte moeders en gefrustreerde carrièrevrouwen”, “Verworven rechten in gevaar”, “Toegang tot abortus in Saskatchewan beperkt”. Geeft een vrij levendig beeld van wat de mensen toen bezighield, nietwaar?’
Is het niet zo dat momenteel vrij veel dingen terug in de tijd aan het bewegen zijn, vraag ik me geregeld af, is het niet zo dat de tijd terug kan lopen omdat wij oude verschrikkingen vergeten zijn? ‘Those who cannot remember the past are condemned to repeat it.’ schreef George Santayana in 1905. ‘Wie zich het verleden niet kan herinneren, is gedoemd het te herhalen.’
En warempel: in Rusland vallen er (net als in de jaren dertig, toen een enorm groot aantal mensen verdween of ‘verongelukte’) weer allerhande mensen uit het raam, in Belaroes zitten legio aan journalisten vast, in Iran mogen vrouwen niet meer dansen, in Nederland beoefenen we moderne slavernij door Roemenen, Spanjaarden, Oekraïners en noem het maar op al het rotwerk te laten doen, vaak zonder verzekering en met een onmenselijk laag inkomen.
Sinds 2013, sinds ik schrijf over het geboorteland van mijn oma, Oekraïne, kijk ik vol verbazing naar de patronen uit het verleden, die zich steeds weer opdringen aan onze tijd. Voor deze patronen wordt gewoon vrolijk de deur open gedaan: hello darkness my old friend, daar ben je weer, maak het je gemakkelijk, neem wat thee en een koekje, kijk rustig toe hoe de hele boel langzaam weer wegzakt.
Soms voelt het of ik in een nieuwe tijd leef, die de oude tijd (van echt niet zo lang geleden) niet kan vasthouden of goed bewaren. Het leven van mijn 98-jarige Oekraïense oma beslaat zeker zeven oorlogen en genocides op en rondom haar geboortegrond. Oude lessen zijn snel verleerd, meerdere gebeurtenissen die één mensenleven kunnen beslaan, zijn snel vergeten.
Het is alsof het verleden een weerhaak in het nu heeft geslagen en zegt: nee, deze tijd heeft het recht nog niet. Om licht te zijn, om vrij te zijn, om open te staan, om fluïde te mogen zijn, om te omhelzen, om geen vijanden meer te kennen, om mensen zichzelf te laten zijn, om als vrouw over je eigen lichaam te beschikken, gezond te zijn, mentaal in orde te zijn, niet bang te zijn.
De geschiedenis gooit met een brede glimlach zijn weerhaken uit, haakt zich in het lijf van het heden en scheurt de huid kapot. Zo blijft er een nieuwe generatie gewond achter.
Dit moest een pamflet worden maar dat is het niet. Maar ik ga nog wel even door: ik wil langzaam richting het einde van deze tekst die geen pamflet is met iets waar ik de laatste tijd veel over nadenk. Dit is een gedachte die ik ten eerste wil ondersteunen met een citaat uit het boek Het proces van Franz Kafka. Een jaar na de dood van Kafka werd Het proces uitgebracht. Het is een angstaanjagend verhaal over Josef K., een respectabele bankagent die plotseling en op onverklaarbare wijze wordt gearresteerd en zich moet verdedigen tegen een aanklacht waarover hij geen informatie kan krijgen. Je kunt het noemen wat je wil: een existentieel verhaal, een parabel, een profetie over de rampzalige moderne bureaucratie, of een boek over de waanzin van het totalitarisme.
Het gaat mij om één specifieke zin: ‘Het is vaak beter om geketend te zijn dan vrij.’
Ik schrijf verhalen waarin de vrije mens (er zijn veel mensen niet vrij) vergeten wat vrijheid waard is en hoe gevaarlijk het is vrijheid stukje bij beetje kwijt te raken. Hoeveel mensen daar ook over schrijven, hoeveel auteurs vanuit het verleden het heden een waarschuwend handje proberen te helpen via verhalen – het maakt niet uit. Mensen blijven onderhandelen met dictators als het economisch voordelig is, mensen blijven dictator worden omdat dat nog steeds kan, de rechten van de vrouw worden weer smaller, transpersonen worden (net als in de tijd van het nationaalsocialisme van Hitler) opnieuw vervolgd. Et cetera.
Verandering duurt generaties. Vrijheid kunnen bewaren duurt generaties en is hard werken. Vrede is er niet zodra een oorlog voorbij is. Vrede moet je behouden. Vrijheden moet je waarborgen. Niet tien jaar. Niet dertig. In een wereld waar kortetermijndenken de klok slaat, wordt het steeds moeilijker om de trauma’s van het verleden in je kontzak te houden terwijl je vooruit marcheert op het hoge tempo van het nu. Wie praat er actief over het verleden op een plek die geen archief is? Want laten we eerlijk zijn, hoeveel mensen gaan er nu nog de archieven in behalve onderzoekers, oude witte mannen die tijd hebben om hun stamboom uit te zoeken en schrijvers zoals Margaret Atwood?
Ik sluit af met Atwood. In haar interview met Penguin Publishers zegt zij iets belangrijks: ‘Toen ik in 1981 voor het eerst aan The Handmaid’s Tale begon te denken vond ik het een heel vreemd boek om te schrijven. Ik was bang dat mensen zouden denken dat het alleen maar paranoïde was. Zoals veel boeken begon The Handmaid’s Tale met de vraag: “WHAT IF? – Wat als?” Ik denk dat ik het beu was dat mensen zeiden: “Het kan hier niet gebeuren.” Ze hadden alleen gelijk als je hun definitie van “het” accepteerde. “Het” zou Russisch communisme of Duitsland onder Hitler kunnen betekenen, maar wat als we keken naar het verkeerde “het”; wat als, terwijl wij bezig zijn de naar wolf voor de deur te kijken, er een andere de achtertuin in sluipt?’