Ultrakorte verhalen
Werk van een van de schrijvers van de Literaturjugend
Gelamineerd
‘Ik heb je gelamineerd,’ zei de vrouw tegen de man met bindingsangst. ‘Hoe bedoel je, gelamineerd?’ ‘Nou, gewoon. Ik heb de foto van je LinkedIn-profiel geprint en die door het lamineerapparaat gehaald. Je werd warm, plat en strak en toen heb ik je in mijn clutch gestoken.’ De man kwijlde en wist even niet waar hij het zoeken moest. ‘Oh,’ bracht hij uit. De vrouw haalde haar tasje tevoorschijn en liet de foto zien. ‘Dat ben jij toch? Nou dan!’ ‘En jij maar doen alsof er niks is tussen ons.’ En toen werd het toch nog een gezellige avond.
Artis
Harold tilde haar op. Garde zei ‘Wat doe je nu?’ en interpreteerde zijn geste als speels-plagend-liefdevol. Harold gooide haar het water in, bij de zeeleeuwen. Hij liep naar de uitgang. Garde werd omhoog gegooid door een zeeleeuw en opgevangen door een andere. Een naburige giraffe boog zijn nek en beet in Gardes been. Garde werd op het droge gegooid en een verzorger snelde toe. Het was duidelijk geen wondverzorger, want hij gooide haring in het gat dat in Gardes been ontstaan was. Harold bleek al een jaren een Artisverbod te hebben.
Carnaval
Harold stond tussen de zuiderlingen carnaval te vieren. Hij papte aan met een vrouw wiens outfit ‘zwangere vrouw’ uitstraalde, compleet met een bolle buik, speen en slab. Hossen ging haar moeilijk af. Haar buik bonkte tegen de persoon voor haar. Ze dronk bier, wat out of character was, maar wel heel erg des carnavals. Later die avond zag hij haar naakt. Die bolle buik bleek een echte baby te bevatten, die nu een flinke kegel had en geen rechte lijn meer kon lopen over de navelstreng. Alaaf kleine baby. Je was goed verkleed.
Banden
De beschaafde kreeft Hans-Bernhard had een nieuwe baan als bandenstapelaar in een garage. De banden moesten tot het plafond opgestapeld worden, maar donderden steeds naar beneden. Hans-Bernhard kwam meerdere malen vast te zitten, waarbij hij schaamtevol zijn baas erbij moest roepen. Halverwege de dag had hij twee stapels gemaakt en de andere honderd banden lagen verspreid over de garage. Maar Hans-Bernhard gaf niet op. Hij ontwikkelde nieuwe stapeltechnieken en experimenteerde met horizontaal stapelen. Aan het eind van de dag mocht hij naar huis.
Kauwen
Hans-Bernhard ging op bezoek bij zijn moeder in een verzorgingsflatachtigiets. Het eten dat daar geserveerd werd, werd voorgekauwd door het keukenpersoneel. Het smaakte best goed, maar toch diende Hans-Bernhard een klacht in. De Minister van Volksgezondheid verbood het voorkauwen van voedsel door voor de betreffende taak niet gediplomeerde medewerkers. Er werd een certificeringstraject ingezet en er dienden punten behaald te worden. De Partij voor de Dieren opperde dat paarden grotere monden hebben dan mensen en dus geschikter zijn om eten voor te kauwen. Hierop zei de Partij voor de Paarden, een afsplitsing van de Partij voor de Dieren, dat het weer typisch Partij voor de Dieren was om zoiets belachelijks te bedenken.
Identiteit
Hans-Bernhard moest, tot zijn spijt, een uitkering aanvragen. Bij de aanvraag was er onduidelijkheid over zijn identiteit. Was hij een kreeft? Een mens? Of iets daartussenin? ‘We willen je niet in een hokje stoppen. Maar als we niet weten in welk hokje we je moeten stoppen, gaan we zelf een hokje bedenken. En misschien klopt dat dan niet. Zeg nou maar in welk hokje je je het meest thuis voelt.’ Onze doorgaans breedgeschouderde sympathieke vriend zakte steeds meer in elkaar. Na het gesprek sjokte Hans-Bernhard door de straten van zijn geboortestad. Thuisgekomen at hij een hele bak rivierkreeftsalade leeg.
Afterparty
Ik liep haar tegen het lijf op een Aangifte Inkomstenbelasting Afterparty. Ze had een leuk hoedje gevouwen van haar aangifte. ‘Papier hier,’ riep ik en zij kwam mijn richting uit. ‘Krijg je geld terug of moet je betalen?’ ‘Ik moet betalen,’ zei ze. ‘Dan trakteer ik je op een drankje.’ Ze dronk een dubbele wodka met Taksi. En daarna nog een. En daarna nog een. Ze ging plassen bij de heren. Haar hoedje gebruikte ze als plastuit. Het was meer een wijf dan een vrouw, bij nader inzien.
—
Literaturjugend is een koffieautomaat voor schrijvers. Zonder kantoor of collega’s krijgen schrijvers nauwelijks de kans om hun werk te bespreken. Daarom biedt Literaturjugend maandelijks een plek om te sparren, samen te werken, te klagen en feedback te krijgen. Iedereen is vrij om wat voor te leggen. Onze koffieautomaat draait in Utrecht (elke tweede donderdag van de maand), Nijmegen en Antwerpen (elke laatste dinsdag van de maand). Froukje Willems schrijft bij Literaturjugend Utrecht.
Wil je erbij zijn? We vinden het fijn als je je van tevoren aanmeldt bij Christiaan (Nijmegen) of Laurens (Utrecht).